Informatieboekje 'Bereid je voor op een noodsituatie' binnenkort in de brievenbus

Een grote stroomstoring, digitale aanval of een overstroming door heel veel regen. In een noodsituatie werken dingen ineens niet meer zoals we gewend zijn. Er is geen stroom, er komt geen water uit de kraan of internet werkt niet. Om mensen daarop voor te bereiden, ontvangen ruim 8,5 miljoen huishoudens het informatieboekje ‘Bereid je voor op een noodsituatie’.

Het boekje geeft praktische tips en voorbeelden om het bij een noodsituatie 72 uur thuis vol te houden. Tussen 25 november en 10 januari 2026 valt het boekje in de brievenbus. 

Het informatieboekje is onderdeel van de Denk vooruit-campagne. De campagne helpt bij de voorbereiding op 72 uur zonder water, stroom of internet. Want in de eerste 72 uur van een noodsituatie zijn de overheid en hulpdiensten op de plekken waar zij het hardst nodig zijn. Dat doen zij om de crisis snel onder controle te krijgen en mensen in veiligheid te brengen. Ze kunnen niet overal tegelijk zijn. Daardoor zijn de meeste mensen de eerste 72 uur op zichzelf aangewezen. Het informatieboekje helpt u om u voor te bereiden. Dat gaat verder dan een noodpakket samenstellen. Het gaat ook om afspraken maken met de mensen om u heen, zoals uw familie en uw buren. 

Stap 1: Stel een noodpakket samen 

Met een noodpakket bent u goed voorbereid om het thuis de eerste 72 uur van een noodsituatie vol te houden. Een noodpakket samenstellen is makkelijker dan u denkt. Sommige spullen heeft u mogelijk al in huis: kaarsen, houdbaar eten, een zaklamp met batterijen, een powerbank, een klein EHBO-setje of een deken. Maar is het genoeg voor 72 uur? Kijk goed naar uw eigen situatie en wat u extra nodig hebt: denk aan babyvoeding, medicijnen of eten voor uw huisdier. Met de lijst in het informatieboekje stelt u makkelijk een noodpakket samen. Lukt het verzamelen van een noodpakket niet alleen? Dan kunt u ook samen met familie, uw buren of mensen in de buurt een noodpakket samenstellen. 

Stap 2: Maak een noodplan 

Een noodsituatie is moeilijk te voorspellen. Daarom is het goed als u vooraf hebt nagedacht over wat u doet bij een noodsituatie. Dat kan met een noodplan. Daarin staan duidelijke afspraken met de mensen om u heen, over wat jullie doen. Bijvoorbeeld hoe u elkaar kunt bereiken, waar u elkaar ontmoet, wie de kinderen van school ophaalt en wie er extra hulp nodig heeft. Bij het informatieboekje zit een losse kaart waarop u de afspraken uit uw noodplan kunt invullen. Ook staat er een voorbeeld van wat u allemaal kan doen als u 72 zonder stroom zit.

Stap 3: Praat met elkaar en help elkaar 

Mensen kunnen onzeker zijn of bezorgd raken over de gedachte aan een noodsituatie. Of iemand heeft hulp nodig om zich voor te bereiden. Door met elkaar te praten, hoort u hoe anderen ermee omgaan en kunt u elkaar helpen. Misschien heeft iemand nog helemaal niet nagedacht over wat te doen en helpt u diegene op weg. Of misschien weet u niet waar u moet beginnen en helpt het als iemand met u meedenkt. In het informatieboekje staan vragen die u kunt gebruiken om in gesprek te gaan met anderen. Zoals waar heeft u uzelf op voorbereid? Heeft u hulp nodig? En waar maakt u u zorgen over? 

Ook online en in verschillende talen

Post NL bezorgt de informatieboekjes tussen 25 november en 10 januari bij alle huishoudens in Nederland. Het kan gebeuren dat de overburen het boekje al hebben ontvangen en u nog niet. U ontvangt het boekje dan op een later moment, maar vóór 10 januari 2026.

Wilt u het informatieboekje nu al lezen? U vindt het boekje onderaan deze pagina. Op de website van Denk Vooruit is het informatieboekje ook in andere talen beschikbaar, zoals Engels, Duits, Pools, Frans, Arabisch, Turks, Chinees en Spaans. Ook zijn er versies in Nederlandse gebarentaal en in makkelijke taal. 

Heeft u vragen over de inhoud van het informatieboekje? Neem dan een kijkje op de website van Denk Vooruit.

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) coördineert de Denk Vooruit-campagne. De NCTV werkt in de campagne samen met nationale, regionale en lokale overheden, het bedrijfsleven en maatschappelijke partners.