Duurzame opwek van energie (kleinschalig)

Onder kleinschalige projecten waar duurzame energie mee wordt opgewekt verstaan we:

  • Zonne-energie: zonnevelden <2,5 hectare
  • Windenergie: windturbines met ashoogte <80 meter

Voor grootschalige projecten gelden andere regels en voorwaarden die zijn vastgelegd in het 'Afwegingskader' Ruimte voor duurzame energie – afwegingskader voor zon en wind. Ook voor kleinschalige projecten op het gebied van duurzame energie opwekking biedt de gemeente mogelijkheden. Deze worden hieronder toegelicht.

Zon op erf

Kleinschaligere initiatieven voor (bedrijfsmatige) opwek van duurzame energie zijn denkbaar in de vorm van ‘Zon op erf’. Het gaat daarbij om agrarische bedrijfslocaties waar het agrarisch bedrijf is beëindigd. Hiermee kunnen de vrijkomende boerenerven worden benut voor het duurzaam opwekken van energie via een grondopstelling met zonnepanelen, zonder dat daarvoor landbouwgrond wordt opgeofferd. Na sloop van de voormalige bedrijfsbebouwing op zo’n voormalige agrarische bedrijfslocatie, wordt de vrijgekomen ruimte  benut voor het plaatsen van zonnepanelen. Medewerking is uitsluitend mogelijk via een omgevingsvergunning met een zware afwijking van het bestemmingsplan of via een herziening van het bestemmingsplan.

Kleinschalige initiatieven duurzame energie opwekking voor de eigen behoefte

Hiernaast bestaan er mogelijkheden voor particuliere kleinschaligere initiatieven voor duurzame energieopwekking voor de eigen energiebehoefte. Deze worden getoetst aan het bestemmingsplan ‘Buitengebied’. Naast de mogelijkheid van duurzame  energieopwekking via zonnepanelen op daken, gaat het hier vooral om kleinschalige grondopstellingen met zonnepanelen bij woningen. Ook bestaan er mogelijkheden voor mini-windturbines op daken en incidentele mogelijkheden voor kleine windmolens met een ashoogte kleiner dan 25 meter op agrarische bouwvlakken.

Kleinschalige grondopstellingen met zonnepanelen bij woningen

Bewoners in het buitengebied willen soms zonnepanelen bij de woning op de grond plaatsen in plaats van op het dak. Dit omdat het dak niet gunstig ligt of een rieten kap heeft. Binnen een woonbestemming kan zo’n grondopstelling van zonnepanelen worden gerealiseerd wanneer de behoefte voor de eigen energieopwekking wordt aangetoond en wanneer deze niet hoger is dan 1,8 meter. Voor een grondopstelling met zonnepanelen is altijd een omgevingsvergunning nodig.

Er bestaat onder voorwaarden ook een mogelijkheid om een zo’n grondopstelling te realiseren direct grenzend aan de woonbestemming in de bestemming ‘agrarisch’ (met waarden). Wanneer aan de voorwaarden kan worden voldaan, kan op aanvraag binnen 8 weken een omgevingsvergunning worden verleend.

Bij de aanvraag omgevingsvergunning moet worden aangetoond dat:

  • het plaatsen van zonnepanelen op het dak dan wel binnen het bestemmingsvlak wonen niet effectief is;
  • De opstelling alleen voorziet in het opwekken van de eigen energiebehoefte.

De grondopstelling moet compact vorm worden gegeven achter de voorgevel van de woning. De uiterste punt van de opstelling bevindt zich maximaal op 25 meter uit de rand van de woonbestemming. De opstelling is maximaal 1,5 meter hoog en direct (via een palenconstructie) verbonden met de agrarische ondergrond. De agrarische ondergrond (bijvoorbeeld weiland) blijft daarmee zichtbaar tussen de zonnepanelen. Er mag geen agrarische grond worden opgehoogd en de opstelling wordt landschappelijk ingepast. Uw buren mogen natuurlijk ook geen hinder hebben van de opstelling door schittering van zonlicht op de panelen of door het bouwen direct op de erfgrens.
Daarom moet er een vrije ruimte van 5 meter worden aangehouden tot aan de erfgrens met uw buren. Binnen waardevol landschap of binnen gebied met landschapswaarden gelden er voorwaarden om inbreuk op het landschap of de specifieke waarden te voorkomen.
In artikel 3.5.11 (agrarisch) en 5.5.11 (agrarisch met waarden) van het bestemmingsplan ‘Buitengebied’ zijn deze voorwaarden opgenomen. U kunt de regels van het bestemmingsplan ‘Buitengebied’ bekijken op de website van Ruimtelijke Plannen.

Mini-windturbines op daken

Sinds 2019 is het ook mogelijk om in het buitengebied binnen de bestemmingen ‘agrarisch’, ‘bedrijf’ en ‘wonen’ onder voorwaarden mini-windturbines op daken te plaatsen. Ook hiervoor moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd. De voorwaarden zijn opgenomen in de regels van het bestemmingsplan Buitengebied. Deze regels zijn in te zien via de bovenstaande link.
Voor nadere informatie over de genoemde mogelijkheden kunt u contact opnemen met de afdeling vergunningverlening.

Kleine windmolens tot maximaal 25 meter hoog

Windmolens met een hoogte van 25 meter worden vooralsnog alleen via een omgevingsvergunning mogelijk gemaakt binnen agrarische bouwvakken in de directe nabijheid van rijkswegen. Omliggende functies mogen daarbij niet worden belemmerd. In het kader van de op te stellen omgevingsvisie wordt onderzocht in hoeverre verruiming mogelijk is.